Mengupas tempoe deoloe, muslim, bisnis, sistem dan strategi

SEJARAH KERAJAAN JAMBI (BAGIAN 18) BOOK 1938

SEJARAH KERAJAAN JAMBI (BAGIAN 18) BOOK 1938

PULAU BERHALA JAMBI TEMPO DULU DAN SEKARANG

PETA PULAU BERHALA MASUK PROVINSI JAMBI
PETA TAHUN 1900
(ASLI MILIK JAMBI DENGAN BERBAGAI DATA YANG TELAH DITEMUKAN DALAM ARSIP MUSEUM BELANDA)

Gambar atas: Wajah pulau berhala tempo dulu (Tahun 1901-1912)
Jambi , Berhala (eiland) , Berhala- Straat , Jambi , Sumatera , Indonesië

Gambar atas: Wajah pulau berhala tempo dulu (Tahun 1920)
Jambi , Berhala (eiland) , Berhala- Straat , Jambi , Sumatera , Indonesië

Gambar atas: Wajah pulau berhala tempo dulu (Tahun 1920)
Jambi , Berhala (eiland) , Berhala- Straat , Jambi , Sumatera , Indonesië
(Semua peta tersebut menyatakan bahwa Pulau Berhala adalah milik Provinsi Jambi sebagai batas bagian Timur Jambi dan tidak satupun keterangan photo yang menyatakan bahwa Pulau Berhala masuk ke Provinsi Riau)

Gambar atas: Muara Sabak tempo dulu (Sekitar tahun 1877-1879)





KERAJAAN JAMBI DAN BATAS PULAU BERHALA

KONINKLIJKE VEREENIGING „KOLONIAAL INSTITUUT" AMSTERDAM MEDEDEELING No. XLII SERIE SAMENVATTENDE OVERZICHTEN VAN GEWESTELIJKE GEGEVENS No. 1
DJAMBI
BEWERKT DOOR J. TIDEMAN MET MEDEWERKING VAN PH. F. L. SIGAB
UITGEGEVEN MET STEUN VAN BET KONINKLIJK NEDERLANDEN AARDRIJKSKUNDIG GENOOTSCHAP EN VAN HET ZUID SUHATRA INSTITUUT
DRUK OE BUSSY, AMSTERDAM — 1938


Pagina 7
B. RIVIEREN 2 ).
Het gewest wordt bijna geheel ingenomen door het stroomgebied van de Batanghari, een ongeveer 800 km lange rivier, die in de bovenlanden van de residentie Sumatra's Westkust ontspringend, bij doesoen Tandjoeng het Djambische grondgebied bereikt, door de onderafdeelingen Moearatebo, Moearatembesi en Djambi langs de gelijknamige hoofdplaatsen stroomt, bij doesoen Simpang zich in twee armen splitst (de linkerarm: de Soengai Nioer en derechterarm: de Soengai Herbak), om vervolgens in de Straat Berhala (Zuid Chineesche Zee) uit te monden. In de aldus gevormde delta stroomen eenige vrij groote rivieren, o.a. de Soengai Pemoesiran en de Soengai Lamboer, die haar water aan de Soengai Nioer ontleenen. Bij Moearasabak mondt de Soengai Sabak in de Soengai Nioer uit, terwijl op eenigen afstand benedenstrooms laatstgenoemde rivier zich splitst in twee armen, waarvan de linkerarm (de kleinste), Soengai Lepean wordt genoemd. Op eenigen afstand bovenstrooms van Moearasabak valt de Soengai Dendang in de Soengai Nioer en vormt den toegangsweg tot het gebied van de oude marga Dendang. Ten Zuiden van de Soengai Berbak mondt de Air Hitam-laoct in de Straat Berhala uit. De Batanghari bevat talrijke zand- en grindbanken. Een groote bank ügl bij Sidjindjang, waardoor in den drogen tijd de uitmonding van de Soengai Koempeh (een zijarm, die tusschen Moearakoempeh-hoeloe en Moearakocmpeh-hilir een eiland van ongeveer 70 km lengte insluit en die slechts bij hoogen waterstand met stoomertjes tot 6 voet diepgang te bevaren is) wordt afgesloten. Bij Taehtoeljaman en Kampoengbaroe bevinden zich eveneens banken (X, 5).

Pagina 26
Als uitvloeisel van de bepaling in die ordonnantie (art. 2), dat het beheer van de natuurmonumenten en wildreservaten bij den Directeur van Economische Zaken berust, is de Hoofdinspecteur, Hoofd van den Dienst van het Boschwezen, door dat Departementshoofd belast met het daadwerkelijk beheer van die reservaten, welke geheel of gedeeltelijk binnen de in stand te houden bosschen zijn gelegen. Het toezicht op de binnen 's Lands bosschen gelegen natuurmonumenten en wildreservaten berust bij de betrokken boschbeheerders; voor zoover ze buiten 's Lands bosschen liggen, berust het toezicht op Java en Madoera bij de rcsidenten-afdeelingshoofd en in de Buitengewesten bij de hoofden van gewestelijk bestuur '). Bij Staatsblad 1935 No. 521 is, op den voet van hooger bedoelde ordonnantie:
I°. als vvilelreservaat aangewezen: een terrein, greieit emgeveer 190.000 ha, gelegen in het gewest Djambi en begrensd als volgt: ten Oosten: door ele Zuid Chineesche Zee, ten Noorelen: eloor de Straat Berhala, ten Westen: door ele- Soe-ngai Berbak van de monding tot waar in

Pagina 64
hoorde hij zijn geschiedenis. Hij voer naar het rijk van zijn vader terug, verkreeg zeer vele volgelingen en bestreed bij Moearasabak zijn vader, die in dezen strijd werd gedood. Volgens de eene overlevering keerde hij terug naar Siam, nam de Djambiërs mede en liet het rijk als een wildernis achter (V, I—2).1 —2). Mermes ') evenwel vertelt, dal de zoon doorreisde naar Poetri Pinang Masak, aan wie hij zijn rijk aanbood, terwijl hij zelf terugkeerde naar Siam. Poetri Pinang Masak nam het rijk aan en vertrok naaide Sultansstad. Met haar gingen, behalve vele volgelingen, drie broeders mee. n.l. Soenan Moeara Pidjoean, Soenan Kembang Sari en Soenan Poelan Djohor. Deze drie speelden later een rol bij het instellen van de Bangsa XII. Het rijk droeg den naam Ocdjoeng Djaboeng. Nadat Poetri Pinang Masak eenigen tijd geregeerd had, strandde op het eiland Berhala of Verala, op ongeveer 80 km ten N.O. van de Koeala Herbak — de Oostelijke hoofdmonding van de Djambi-rivier en op ongeveer gelijken afstand zuidelijk van Singkcp gelegen, een schipbreukeling. Deze man zou uit Constantinopel (Roem) gekomen zijn en een zoon van den Sultan van Turkije geweest zijn. Hij heel Ie Datoek Padoeka Berhala. Plaats van herkomst en naam wijzen op een neiging om het vorstengeslachl van hooge afkomst te doen zijn. Naar dezen avonturier zou het eiland genoemd zijn. Op zekeren dag begaf Datoek Padoeka Berhala zich naar Ocdjoeng Djaboeng, thans tot het aan zee grenzend deel van het onderdistrict Moearasabak behoorend, maar toen volgens de overlevering nog met het eiland Berhala verbonden. Daar in Ocdjoeng Djaboeng woonde Poetri Pinang Masak, die door haar buitengewone gaven en beleidvol optreden hier zoo veel macht had verkregen, dat zij ten slotte als vorstin werd erkend. Nadat Datoek Padoeka Berhala aan Poetri Pinang Masak een geweer had laten zien. dal hij als ..pocsnka" uit Roem bad meegebracht, waaruil bleek, dat hij van vorstelijken bloede was. kwam bet spoedig 10l een huwelijk (V, I—2). Gedurende het bestuur van Datoek Padoeka Berhala en Poetri Pinang Masak nam het rijk Ocdjoeng Djaboeng voortdurend in bloei en welvaart toe, terwijl rondreizende handelaren den roem van dit gebied verbreidden. Onder die handelaren waren er uit Mataram (Majapahit), die, in hun vaderland teruggekeerd, de wijsheid der vorstin Poetri Pinang Masak geestdriftig verkondigden. De vorst van Majapahit, tot wien haar roem reeds doorgedrongen was. gaf haar den naam Poetri Djamboe (pinang). Sedert dien werd het rijk Ocdjoeng Djaboeng dan ook Djambe genoemd. Uit het huwelijk van Datoek Padoeka Berhala en Poetri Pinang Masak werden vier kinderen geboren n.1.: 1. Orangkajo Pingai, 2. Orangkajo K(P)cdataran, 3. Orangkajo Gemoek, 4. Orangkajo Hitam. De vorst van Mataram (Majapahit) was machtig en ook Djambi moest bukken voor zijn geweld. In dien tijd van onderwerping moest de bevolking oorlogsschatting betalen aan den gevreesdeii vorst. Orangkajo Hitam had een wreedaardig karakter, wal echter gepaard ging met groote dapperheid en bovennatuurlijke eigenschappen, die hem in den strijd steeds deden zegevieren. Toen hij, meerder jarig geworden. vernam, dat zijn vaderland oorlogsschatting moest opbrengen ten behoeve van Mataram's vorst, verzette hij zich daartegen en verbood den menschen op straffe des doods nog langer aan die v ernederende verplichting te voldoen, een verbod, dat niemand — zelfs zijn ouders niet, — durfde trotseeren.
1 ) Zie noot 2op vorige pagina.

Pagina 214
vangen is het afzetten van een zijrivier of meer uitmonding met een pagar. Bij hoog water gaat de viseh naar binnen; bij afnemenden bandjir wil zij weer terug naar de groote rivier, doch worelt, eipgevangen achter de opgestelde pagar (XLII, 43 —45). Zijrivieren, vischvijvers, danau's (doeide rivierarmen) en meren worden ten bate van de margakas verpacht (XLII, 45; XLIII, 41 —42). In de onderafdeeling Bangko vischt men voor eigen gebruik of voor den binnenlandschen handel. In sommige streken (o.a. Scnggrahan, Tiangpoempoeng) wordt de viseh meestal gedroogd op den pasar gebracht (XXVIII, 20; XXXI, 13).
1). JACHT.
De jacht wordt thans beheerscht door de Jachtordonnantie- 1931 en de Jachtverordening- 1931 (Staatsblad Nos. 133 en 2(15, gewijzigd bij Stbl. 1933 No. 331 en 1934 No. 45 en 1937 No. 546) en de Dierenbeschermingsordonnantie- 1931 en de Dierenbcschermingsverordening--1931 (Stbl. Nos. 134 en 266 jo. Stbl. 1935 Xo. 513) (Vgl. o.a. I, 33). Bij Stbl. 1935 No. 521 werd een terrein in de residentie Djambi als wildreservaat aangewezen, ongeveer 190.000 ha groot en begrensd als volgt: ten Oosten: door de Zuid Chineesche Zee, ten Noorden: door Straat Berhala, ten Westen: door de Soengai Berbak van de monding tot waar in die rivier uitstroomt de Air Hitam dalam en voorts door laatstgenoemde rivier tot aan de grens van de marga Djeboes. ten Zuiden: door de grens tusschen de marga's Djeboes en Berbak benevens de Soengai Benoe. Dit gebied draagt den naam van „Wildreservaat Berbak". In de onderafdeeling Djambi wordt weinig aan jacht gedaan; op een enkele plaats worden soms door middel van een lange lijn, waaraan een menigte rotanlussen (djaring), herten gevangen (VIII, 11).

Page 240
I. Historisch Overzicht.

In 1833 werd als straf voor de herhaalde invallen der Djambiërs in Palembang, een bezetting gelegd te Moeara Koempih en werden daar rechten geheven ten bate van het Neder-landsch-Indische gouvernement. In 1834 werd met den sultan van Djambi een contract gesloten waarbij o.m. erkend werd dat het land deel uitmaakt van Nederlandsch-Indië. De in 1855 opgetreden sultan Taha echter weigerde de Nederlandsche suzereiniteit te erkennen, wat in 1858 aanleiding gaf tot het zenden eener militaire expeditie naar Djambi. Sinds dien tijd dateert onze vestiging op de tegenwoordige hoofdplaats. Taha was met de zijnen naar de bovenlanden gevlucht en bleef daar tot 1904 het feitelijk gezag uitoefenen, niettegenstaande hij van zijne waardigheid vervallen verklaard en in zijn plaats een ander tot sultan benoemd was. De laatste sultan abdiceerde in 1891. Sedert dien is het gouvernement van Nederlandsch-Indië in de sultanswaardigheid getreden en legde men de eerste hand aan de hervorming en verbetering der binnenlandsche toestanden. Tegen den Pretendent-Sultan Taha in de bovenlanden werd meer actief en krachtiger opgetreden, terwijl in de benedenlanden met vele gezagvoerende, in den sultanstijd aangestelde apanagehouders directe aanrakingen onderhouden werden.
In 1906 was men met het pacificatiewerk zoo ver gevorderd dat Djambi tot een zelfstandig gewest kon worden verheven.
De leiders van het politiek verzet tegen het Gouvernement werden verbannen en de overige vorstenafstammelingen ter hoofdplaats Djambi geïnterneerd.

Page 241
In 1906 was men met het pacificatiewerk zoo ver gevorderd dat Djambi tot een zelfstandig gewest kon worden verheven.
De leiders van het politiek verzet tegen het Gouvernement werden verbannen en de overige vorstenafstammelingen ter hoofdplaats Djambi geïnterneerd.
11. Ligging en grootte,De afdeeling Djambi is gelegen tusschen 0° 47' en 1° 39' Z. B. en tusschen 103° 20' en 104° 30' O. L. van Greenwich.
De oppervlakte bedraagt p. m.300n ge°gr- mijlen.
In het noorden wordt ze begrensd door de landschappen Reteh en Indragiri der residentie Riouw en Onderhoorigheden.
In het westen door de afdeelingen Moeara Tembesi en Moeara Tebo.
In het oosten door straat Berhala.
111. Vorm en gesteldheid van het teukein.
De twee groote rivieren Batang Hari en Toengkal, die de afdeeling doorsnijden en de vele kleinere stroomen, die direct in zee uitwateren treden in haren benedenloop veelvuldig buiten hare oevers en vormen daar tot diep landwaarts in, uitgestrekte moerassen.
Het lage, schaars bevolkte kustgebied tusschen Toengkal en Batang Hari, bekend onder den algemeenen naam van Pajah-Lebar, kan men zich aan de westzijde begrensd denken door
een rechte lijn loopende over Kwala Loemahan aan de Toengkal en de hoofdplaats Djambi.
Eerst ten westen van deze lijn wordt het terrein langzamerhand hooger.
Toch worden de oevers van de Batang Hari bij hoogen bandjir nog 3 a 6 K. M. landwaarts in, overstroomd en onbegaanbaar gemaakt.
Slechts hier en daar strekt het hooge, bandjirvrije terrein zich tot aan de rivier uit.

Page 242
IV. Geologische Beschrijving. *)
A. Morfologisch en geologisch overzicht over de geheele Residentie Djambi.
1. Morfologie.
Ongeveer de helft der oppervlakte der Residentie Djambi is bergland, de andere helft bestaat uit heuvelland en laagland.
a. In het bergland kunnen drie gebergten onderscheiden worden, n. 1. het Barissangebergte, het Tigapoeloegebergte en het Doeablasgebergte. Zooals bekend is, strekt zich het Barissangebergte
over de geheele lengteas van Sumatra uit. Van dit gebergte valt het betrekkelijk kleine, tusschen 1° en 3° zuid.
gelegen segment op Djambisch gebied. Het Tigapoeloegebergte en het Doeablasgebergte zijn als uitloopers van het Barissangebergte te beschouwen.
Het Tigapoeloegebergte strekt zich als zoodanig uit tusschen de rivieren Kwantan en Batang-Hari en vormt de grens tusschen de Kwantan-Indragirilanden en Djambi. Het grootere
gedeelte ligt echter op Djambisch territorium. Het Doeablasgebergte bevindt zich ongeveer in het midden der Residentie, tusschen de rivieren Batang-Hari en Merangin.
Het Barissangebergte verloopt in den vorm van een ca.
100 K. M. breede strook in NNW —ZZO richting door het Westelijk gedeelte der Residentie. De gemiddelde kamhoogte bedraagt ca. 2000 M. De in dit gebergte zich verheffende vulkaantoppen bereiken echter eene grootere hoogte. Genoemd kunnen worden: de Patah Sembilan, de Piek van Indrapoera en Goenoeng Toedjoeh in het noorden; Goenoeng Raja en Goenoeng Sebanban in het midden en de Boekit Soembing, Boekit Mesoerai en Boekit Toenkat in het zuiden.
Van deze vulkaanbergen zijn werkzaam, de Piek van Indrapoera (3806 M., de hoogste bergtop van Sumatra) en de Boekit Soembing (2400 M.). Het Tigapoeloegebergte en het 1) Door den tijdelijk Geoloog bij het Mijnwezen Dr. Aug. Tobler (met schetskaartje 1 : 1000.000.)

Page 243
IV. Geologische Beschrijving. *)
A. Morfologisch en geologisch overzicht over de geheele
Residentie Djambi.
1. Morfologie.
Ongeveer de helft der oppervlakte der Residentie Djambi is bergland, de andere helft bestaat uit heuvelland en laagland.
a. In het bergland kunnen drie gebergten onderscheiden worden, n. 1. het Barissangebergte, het Tigapoeloegebergte en het Doeablasgebergte. Zooals bekend is, strekt zich het Barissangebergte
over de geheele lengteas van Sumatra uit. Van dit gebergte valt het betrekkelijk kleine, tusschen 1° en 3° zuid.
gelegen segment op Djambisch gebied. Het Tigapoeloegebergte en het Doeablasgebergte zijn als uitloopers van het Barissangebergte te beschouwen.
Het Tigapoeloegebergte strekt zich als zoodanig uit tusschen de rivieren Kwantan en Batang-Hari en vormt de grens tusschen de Kwantan-Indragirilanden en Djambi. Het grootere gedeelte ligt echter op Djambisch territorium. Het Doeablasgebergte bevindt zich ongeveer in het midden der Residentie, tusschen de rivieren Batang-Hari en Merangin.
Het Barissangebergte verloopt in den vorm van een ca.
100 K. M. breede strook in NNW —ZZO richting door het Westelijk gedeelte der Residentie. De gemiddelde kamhoogte bedraagt ca. 2000 M. De in dit gebergte zich verheffende vulkaantoppen bereiken echter eene grootere hoogte. Genoemd kunnen worden: de Patah Sembilan, de Piek van Indrapoera en Goenoeng Toedjoeh in het noorden; Goenoeng Raja en Goenoeng Sebanban in het midden en de Boekit Soembing, Boekit Mesoerai en Boekit Toenkat in het zuiden.
Van deze vulkaanbergen zijn werkzaam, de Piek van Indrapoera (3806 M., de hoogste bergtop van Sumatra) en de Boekit Soembing (2400 M.). Het Tigapoeloegebergte en het 1) Door den tijdelijk Geoloog bij het Mijnwezen Dr. Aug. Tobler (met schetskaartje 1 : 1000.000.)

Page 244
b. Het heuvelland wordt gevormd door jongtertiaire sedimenten (Onderste- Middelste- en Bovenste Palembanglagen). Zij zijn evenals in de zuidelijk aangrenzende Residentie Palembang, gevouwen. Deze vouwen zouden bergruggen van aanzienlijke hoogte (tot 2000 M. boven zee) vormen. De bergruggen zijn
echter zoo sterk geërodeerd dat thans het geheele tertiaire gebied als buitengewoon gelijkvormig heuvelland (p én éplaine) verschijnt, dat uit de verte, van uit een bergtop gezien, den indruk maakt van een immense vlakte.
c. Het laagland is bedekt door alluviale vormingen en moerassen; de geologische gesteldheid van den ondergrond is niet bekend.
d. De eilandengroep Berhala, bestaat uit graniet van dezelfde soort als de granieten van Singkep en van Bangka.
B. Geologische beschrijving van de controle-ndeeling Djambi.
Aan de samenstelling der Afdeeling Djambi participeeren het Tigapoeloegebergte, het heuvelland, het laagland en de eilandengroep Berhala.
1. Het Tigapoeloegebergte strekt zich over een aanzienlijk gedeelte der afdeeling uit. Van uit het WNW.
verloopend, daalt het gebergte naar hot Z. O. toe, om ten westen van een denkbeeldige lijn Moeara Tembesi-Pekan onder de tertiaire lagen van het heuvelland te verdwijnen.
Merkwaardig is de wijze, waarop het gebergte, dat in het
Noordwesten een groote, gesloten massa vormt, naar het zuidoosten
toe eindigt, door in drie ketens over te gaan, die door
jongtertiaire bochten van elkander gescheiden zijn. Deze zijn:
De Boekit Baharketen, de Boekit Sesirihketen en de Boekit
Toetoehanketen (zie kaartje).
In het Djambische gedeelte van het Tigapoeloegebergte is
een graniet massief aan de Pengaboeanrivier gevonden.
Voor het overige bestaat het gebergte uit praetertiaire leien,
zandsteenen, verwante sedimenten, die in de nabijheid van
het granietmassief metamorf zijn en als hoornrotsen, leien en
kwartsieten verschijnen. Behalve deze voortertiaire gesteenten

Page 245
hebben aan den bouw van het gebergte nog eoceene zandsteenen deelgenomen, die o. a. de Boekit-Bahar keten vormen.
2. Het tertiaire heuvelgebied wordt naar het schijnt in het oosten begrensd door een in N.W.—Z. O. richting over de hoofdplaats Djambi verloopende lijn. Langs deBatang-Hari-rivier wordt het onderbroken door dealluviale vlakte van deze rivier, alwaar de oude rivierloopen gedeeltelijk nog aangeduid worden door een groot aantal meren.


share this article to: Facebook Twitter Google+ Linkedin Technorati Digg
Posted by Yandex, Published at 3:02 AM and have 0 komentar

No comments:

Post a Comment