Mengupas tempoe deoloe, muslim, bisnis, sistem dan strategi

SEJARAH KERAJAAN JAMBI (BAGIAN 16) BOOK 1916

SEJARAH KERAJAAN JAMBI (BAGIAN 16) BOOK 1916

Nederlandsch Indië oud en nieuw : maandblad gewijd aan bouwkunst, archaeologie, land- en volkenkunde, kunstnijverheid, handel en verkeer, cultures, mijnbouw, hygiène, Volume 1, Number 8, 1 December 1916 — SCHETSEN OVER DJAMBI [CHAPTER]

SCHETSEN OVER DJAMBI
[met opnamen van den schrijver]. -~3ig e hoogst ernstige berichten, die in beEBBp. 9 in September uit Djambi geseind werl£ meter hoogstaande water mogelijk is, waarlijk geen aangename karwei, vooral voor kleine inlanders, die dan nog een vrachtje van ongeveer twintig kilo op hun rug of hoofd dragen; en dat twee dagen lang onder zulke omstandigheden, want zoo lang duurt die tocht minstens. Bij onze tochten liep dan altijd één
van de langere Europeanenachteromwaarnoodig te helpen, want nu en dan verdween er een hoofd met een vrachtje onder water; wel kwam een paar meter verder het hoofd weer boven, maar dan moest het vrachtje opgevischt worden. Gaten in het pad of uitstekende boomwortels waren gewoonlijk de oorzaak van zoon buiteling. Het moeilijkste op zulke tochten was om de rijst, de instrumenten met de aanteekeningen, en de monsters droog te houden ; gebeurde daar iets mee dan was de tocht vergeefsch geweest, 's Nachts werd gebivakeerd zoo mogelijk op een heuvel in de buurt, maar ook wel boven in de boomen in een zeer primitief hutje. Ondanks al zulke misère bleef de stemming onder de Djambische koeliesopgewekt,nooit werden ze onwillig; als echte woudloopers hadden ze zulke onaangenaamheden bij het verzamelen
van boschproducten al van hun jeugd af doorgemaakt, en schikken ze zich er kalm in. Een typisch geval herinner ik me, toengekampeerd werd bij een klein beekje van ongeveer een meter breedte; in den voornacht begon het te regenen en ging het beekje spoedig bandjiren, zoodat we tegen middernacht gewekt werden, aangezien de koelipondok onder water kwam te staan. In aller ijl moesten nu de vivres gered worden en in 't stikdonkere bosch, want de vuren waren uitgegaan, op een heuvel in veiligheid gebracht worden. Een uur later stond in de ruim 500 meter breede vallei het water meer dan een meter hoog, maar was den volgenden morgen weer gezakt, alleen het beekje had nog hoogwater. Dergelijke toestanden staan onze troepen nu ieder oogenblik te wachten, wanneer de regentijd wat
krachtig inzet; daarbij komt dat vele rivieren dan zonder prauwen heel moeilijk te passeeren zijn en dagen oponthoud voor 't spannen van rottankabels kunnen kosten. De huizen der bevolking zijn.zooals de foto's 7 en 8 duidelijk laten zien, allen op palen gebouwd, ongeveer 52 voet boven den beganen grond; de ruimte er onder dient tot bergplaats voor brandhout, kippen en de prauw, die in den regentijd om afdrijven bij bandjir 's nachts te voorkomen op het landgetrokken wordt, als er tenminste geen kleine kreekjes zijn, waar de booten veilig kunnen liggen. De Djambiër, die weinig behoeften heeft, leeft van de opbrengst van zijn sawah of ladang ; tegen den tijd, dat hij belasting moet betalen, wil trouwen of zich een nieuw baadje of ander luxe artikel wil aanschaffen, gaat hij met eenige kameraden er op
uit om boschproducten te verzamelen. Het grootste deel van het gewest is nog met oerwoud bedekt; dagen achtereen kan men door deze sombere bosschen trekken zonder de zon te zien. De inlander haalt er gettah (rubber), zoowel van goede als van inferieure kwaliteit (djeloetoeng), verder rottan en hout. Er komen enkele zeer mooie houtsoorten voor, waarvan het boelian, een ijzerhout in de laatste jaren door enkele maatschappijen, die daarvoor concessie hebben, ontgonnen wordt. Zoo zijn o.a. voor de nieuwe steiger van Palembang Djambische bo;lianpalen van aanzienlijke lengte gebruikt. Het transport levert groote moeilijkheden op, doordat deze houtsoort veel zwaarder is dan water, dus niet drijft. Op groote platte schuiten of op vlotten van licht hout (merante) wordt het de Batang Hari afgevoerd tot de kota Djambi
en vandaar met de boot der paketvaart verder. Ook rottan is in prachtige kwaliteiten aanwezig en wordt tegenwoordig ook in de buurt van de kampongs aangeplant. Soms twee man, soms in groepen van twintig, trekken de mannen er op uit om boschproducten te verzamelen, dikwijls verscheidene weken wegblijvende. In 't bosch worden hutten gebouwd, bij voorkeur een meter of vier boven den grond, teneinde voldoende bescherming tegen tijgers te vinden, waarvan het in Djambi wemelt. Wilde dieren in 't algemeen komen in Djambi veel voor, behalve tijgers, ook olifanten, rhinocerossen, beren, tapirs, varkens, herten en veel hoenderachtige vogels, waaronder de prachtige argusfazant, terwijl in de bovenlanden nog een soort gems voorkomt, door de bevolking gambing oetan genoemd. Rijst wordt meegenomen,
terwijl door hengelen of door't zetten van strikken, waarin de Djambiër uitmunt, versche visch en vleesch verschaft worden. Dat menschen, die 't boschleven van hun jeugd af meegemaakt hebben, voor onze patrouilles in de reusachtige oerwouden nagenoeg onvindbaar zijn, ligt voor de hand. Alleen door geld en verraad kan dan succes verkregen worden en nog niet eens altijd. Zoo was ongeveer 1911 een gevaarlijke gevangene uit de boei (gevangenis) te Palembang ontsnapt en had de wijk genomen naar het grensgebied van Z.O. DjambienN.O. Palembang, had daar een koeboevrouw veroverd en trok toen met haar familie rond, nu en dan enkele koeboe-kam-pongs brandschattende. Ondanks het feit, dat er een groote premie op zijn hoofd stond en er voortdurend gepatrouilleerd werd, is het niet gelukt
dezen man te vangen of uitgeleverd te krijgen Het terrein, waar de opstand het meest verbreid schijnt te zijn, namelijk de Djambische Benedenlanden is het voornaamste werkterrein geweest van de gouvernementspetroleumexploiratie en daardoor zeer goed bekend geworden. Talrijke paden zijn toen gekapt, waarvan er verschillende nog wel in bruikbaren toestand zullen zijn, maar... ook een deel der bevolking is daarmede goed op de hoogte gekomen, zoodat zonder betrouwbare en uitstekende gidsen en spoorzoekersde troepen kans hebben steeds krijgertje te spelen met uitgewekenen. Het land is óf vlak, maar dan vol moerassen óf heuvelachtig met verheffingen van 20 tot 100 meter hoogte, die dikwijls zeer steil zijn, en in den regentijd zijn die steile hellingen door de glibberige klei moeilijk te beklimmen.
De plaatsen, waar een bestuursambtenaar gevestigd is. al.: Ma.Tembesi.Ma.Tebo.Ma.Boengo, Saroelangoen, Bangko en Sei Penoeh zijn onderling en met Djambi telefonisch verbonden, terwijl langs de lijnen op verschillende plaatsen gelegenheid gemaakt is, een veldtelefoon in te schakelen. Zijn dus deze lijnen eenmaal hersteld, dan kunnen de troepen bijna altijd na enkele dagen marcheeren een lijn bereiken, dus gemeenschap hebben met den leider. Dat de Indische regeering direct een zeer groote troepenmacht beschikbaar heeft gesteld, bijna het
dubbele van die tijdens den Djambioorlog, toont wel, dat men te Batavia een juist inzicht had in de te verwachten moeilijkheden en het alle ernst is om den toestand zoo spoedig mogelijk meester te worden. Hopen we alleen, dat de bevolking, die toch werkelijk geen vechtlustig karakter heeft, niet te zwaar moet boeten voor haar misdrijf en voor 't verkeerd inzicht van enkele vertegenwoordigers van het gouvernement.
W. F. F. OPPENOORTH. Oct. 1916.
Op het overzichtskaartje (pag. 365) is vanaf Kota Djambi naar zee de Oostdijken arm der Batang Hari minder zwaar geteekend omdat deze onbevaarbaar is. De paketbooten volgen de aanzienlijk langere westelijke arm.
Afb. 1.
Waterval (290 M. hoog) in de Sei, Tikoelak (zijtak van de Pelepat).
Afb. 2.
Afvloeiing der Merangin uit het meer van Kerintji; op rechtsche heuvel het voormalige militaire bivak Sandaran Agoeng.
Afb. 3
Gezicht op Ma Tambesi. Links de Tanga radja (aanlegsteiger v. d. controleur) met Me Ma. Enim
Atb. 4
De Batang Hari voor Kota Djambi bij hoog water. Aan de overzijde woningen der anak-radjas
Afb. 5.
Pasangrahan te Ma. Boeat (bovenloop Sei Boengo)
Afb. 6.
Samenvloeiing der Sei Boeat en Sei Boengo
Afb. 7.
Inlandsche woning in kampong Batoe Keban (bovenloop Sei Pelepat).
Afb. 8.
In aanbouw zijnde inlandsche woning in kampong nabij Bangko. Te water laten der prauw.
Afb. 9.
Hekwieler Tek Ho Sen, volgeladen met rottan , juist vertrokken van Ma. Tembesi (naar Djambi).




share this article to: Facebook Twitter Google+ Linkedin Technorati Digg
Posted by Yandex, Published at 2:34 AM and have 0 komentar

No comments:

Post a Comment